La Abuela
Victor Manuel
De Grootmoeder
De grootmoeder trilt wat
met een stok in haar hand
ze had in haar tijd zes kinderen
waar ze met liefde voor zorgde.
En vandaag, met een slaperig voorhoofd
sleurt ze duizend grijze haren mee van de pijn;
ze bidt de rozenkrans en mompelt tussen haar tanden
"in mijn tijd was alles beter".
Ze draagt zwart en houdt van zonnige dagen
en in de koude ochtenden stookt ze het vuur op.
Ze drinkt cognac als de verdriet komt
en verliest geen kleur;
ze kust de kleinkinderen, deelt haar raad
en zingt met haar zwakke stem.
De grootmoeder is de baas in huis,
op haar troon, de stoel
en een wollen deken
houdt haar warm.
Haar voorhoofd is rimpelig
met de mooie herinneringen aan een betere tijd
en in haar stille nostalgie
zeggen haar kleinkinderen: "De grootmoeder huilde".