Soy
Ronpe 99'
Ik ben
Hallo mijn liefde, het is een tijd geleden dat ik je schreef
Vandaag werd ik wakker met de behoefte om te zingen voor wat van mij is
Als we al een tijd niet hebben gesproken, zijn we al vreemden
Ik ben blij om het verleden, wie kan me het geleerde afnemen
Een rijm dat niet rijmt, een omhelzing die niet was
Een klap voor je zelfvertrouwen, die ik zo vaak heb opgekrikt
Vandaag vul ik het bad, ik wacht om te zien of je erin springt
Met meer verlangen om je te reinigen van wat je zo vervuilde
Hoeveel schreeuwen met jouw woede, hoeveel waren er van genot?
Ik kon de euforie bedwingen van het niet kunnen hebben van jou
Bijna bracht ik mezelf naar de glorie, zoals altijd ging het mis
Elke fout maakt me groter, ik verlies alles behalve geloof
Maatje, levenspartner, van de goede dingen, je liet me een mooie boodschap achter en dat is het enige dat overblijft
Er is geen tijd om spijt te hebben, we zijn hier buiten menselijk
Jij zo hippie, ik zo zielig, we waren mooi als een idee
Want ik ben vernietiging, ook al wil ik het niet
Het is de woede van het verleden, onderdrukt op mijn manier
Ik bewoog zeeën met liedjes zodat er geen tranen vallen, om me te beschermen in tijden van tijdelijke droogte
Ik ben, alles wat je niet wilde zien, jouw idealisatie om niet te verliezen
Ik liep door het vuur voor jou
Soms is het niet altijd willen, kunnen
De angst die me blijft knagen
Ik ben de tijd die niet meer terugkomt om me te zoeken
De verwijten die ik je maakte voordat je wegging, ha!, ik heb ze gewist om ze niet overal te zien
Ik maakte vuren van wat as was, want het vuur met de honger verbrandt me
Het verwart me als je huid gaat gloeien, want ik verloor je maar ik weet dat ik je had
Ik ben alles wat je niet wilde zien, jouw idealisatie om niet te verliezen
Ik liep door het vuur voor jou
Soms is het niet altijd willen, kunnen
Ik ben het bloed op de vloer van de nederlaag, de pijn wanneer de tranen je overvallen
Ik ben de angst wanneer je het glas heft op zoek naar de ogen die er niet zijn om de noot te geven
Vandaag laat ik mijn drank voor je afwezigheid, voor de klappen die de adolescentie achterliet, met een emmer verloor ik alle onschuld
Als een andere idioot die je gekte aanpraat, en ik kniel voor geen enkele heilige
Ik ben mijn God, mijn bestemming is wat ik verdraag
Ik weet wie ik ben, ik weet wat ik geef, en ik weet tot wanneer
Totdat ik sterf, zal ik op je wachten
Ik ben alles wat je niet wilde zien, jouw idealisatie om niet te verliezen
Ik liep in de angst en schrok je
Soms is het niet altijd willen, kunnen