Il Valzer Della Povera Gente
Odoardo Spadaro
De Wals van de Arme Mensen
Buiten de stad, bij de Arno, op een avond,
Een avond in de lente,
Zag ik op de binnenplaats van een boerderij
Verschillende koppels dansen.
Ik kwam dichterbij, en toen ze me zagen, zeiden ze:
"Kom, kom dichterbij,
Jullie weten, hier ontvangen we niet
Zoals in de stad.
Het is de wals van de arme mensen,
Het is een simpele wals, het is van niets gemaakt.
Met twee gitaren en een orgeltje
Dansen ze tot de ochtend.
Onze vloer is niet glad,
Je loopt het risico om te vallen en daar te blijven liggen.
Je hoort ze zeggen: 'Mooie meid, blonde schat',
Het is een wals die met liefde is gemaakt.
En zo kwam er van een straat
Een figuurtje dichterbij,
Zeker kwam ze om te kijken
En het was de eigenaresse.
"Stop", zei ze,
En het mooie meisje antwoordde:
"Ga maar door, ik kom hierheen, er zal wel
Iemand zijn die me een beetje laat dansen."
Het is de wals van de arme mensen,
Het is een simpele wals, het is van niets gemaakt.
Met twee gitaren en een orgeltje
Dansen ze tot de ochtend.
"Pas op, daar is een kuil,
Hier komt elke dag de ezel vast te zitten.
En het is een wals van springen en glijden,
Hier proberen ze stenen te maken."
Wanneer in de ochtend de gouden zon schijnt,
Zie je dat de huisvrouw
Fijne wasgoed uitspreidt,
Zeker is ze veel vrolijker.
"Oh goede vrouw,
Hé, wat is die strook
Die daar onder de zon ligt?"
Dat laat me rustig daarheen gaan.
Toen zei een oude vrouw daar:
"Dat is de wals van de arme mensen,
Ik danste het ook, maar nu kan ik het niet meer herinneren,
Ik deed het, ik danste het als jong meisje.
Toen ik een beetje flirterig was,
Flirtte ik ook veel, hè!
Maar nu dansen die anderen het,
En ze vallen allemaal, zelfs de slimsten.
En het is een wals die springt en glijdt
En je hebt de priesters en de doeken nodig."