Marta
Nena Daconte
Marta
Marta had groene ogen en een zon op haar hoofd.
Met haar witte cabrio rijdt ze door de stad.
Er groeien bloemen waar ze loopt, ze is de koningin van de zaak.
Ze hield van vliegen, ze hield van spelen, zich losmaken van jou.
Het is al een tijd geleden dat ze vloog, zonder afscheid van mij.
Maar Marta zegt niets meer, want er is niets meer dat ze kan zeggen.
Ze nam mijn kleurpotloden mee, liet me achter in deze vreemde wereld. (bis)
Marta, door Madrid, een elfje met een treurig gezicht;
een spiegel voor de eenzaamheid die altijd achter haar aanloopt.
Ze zal nooit 50 worden en je wilt niet ontdekken,
dat het hoe dan ook moeilijk voor haar was om door te gaan.
Ze hield van vliegen, ze hield van spelen.
Maar Marta zegt niets meer, want er is niets meer dat ze kan zeggen.
Ze nam mijn kleurpotloden mee, liet me achter in deze vreemde wereld. (bis)
Maar Marta zegt niets meer, want er is niets meer dat ze kan zeggen.
Ze nam mijn kleurpotloden mee, liet me achter in deze vreemde wereld.
Marta of Marta, Martaaa, Martaaa