La butte rouge
Yves Montand
De Rode Heuvel
Op die heuvel daar, was geen hoer te bekennen,
Geen schurken, geen mooie jongens in de weer.
Ah, het was ver van de molen van de Galette,
En van Parijs, dat de koning is van de pleinen.
Wat heeft deze grond gedronken, mooi bloed, deze aarde,
Bloed van arbeiders en bloed van boeren,
Want de bandieten, die de oorlogen veroorzaken,
Die sterven nooit, alleen de onschuldigen gaan dood.
De Rode Heuvel, dat is de naam, de doop vond plaats op een ochtend
Waar iedereen die klom, in de afgrond viel.
Vandaag zijn er wijngaarden, er groeit druif,
Wie van deze wijn drinkt, drinkt het bloed van vrienden.
Op die heuvel daar, werd er geen feest gevierd,
Zoals in Montmartre, waar de champagne rijkelijk stroomt.
Maar de arme jongens die kinderen hadden achtergelaten,
Lieten pijnlijke snikken horen.
Wat heeft deze grond gehuild, deze aarde,
Tranen van arbeiders en tranen van boeren,
Want de bandieten, die de oorlogen veroorzaken,
Huilen nooit, want het zijn tirannen.
De Rode Heuvel, dat is de naam, de doop vond plaats op een ochtend
Waar iedereen die klom, in de afgrond viel.
Vandaag zijn er wijngaarden, er groeit druif,
Wie van deze wijn drinkt, drinkt de tranen van vrienden.
Op die heuvel daar, maken we de oogst weer,
We horen geschreeuw en liederen.
Meisjes en jongens, zachtjes, wisselen ze uit,
Liefdevolle woorden, die een rilling geven.
Kunnen ze zich voorstellen in hun dolle omhelzingen,
Dat op deze plek waar hun kussen worden uitgewisseld,
Ik heb 's nachts geklaag gehoord stijgen,
En ik heb jongens gezien met gebroken schedels.
De Rode Heuvel, dat is de naam, de doop vond plaats op een ochtend
Waar iedereen die klom, in de afgrond viel.
Vandaag zijn er wijngaarden, er groeit druif,
Maar ik zie er kruisen, met de namen van vrienden.