La Pájara Pinta
María Elena Walsh
De Gevlekte Vogel
Ik ben de Gevlekte Vogel,
weduwe van de Gevlekte Man.
Mijn man was altijd vrolijk
maar een jager heeft hem neergeschoten
met een klein groen geweer
die dag van San Borombón.
Een kogel maakte zijn zang dood
-en zijn lied was zo mooi-,
de tweede maakte zijn vlucht kapot,
en de derde zijn hart.
Oh oh, dat kleine groene geweer,
oh oh, mijn man Pintón.
Als ze verdrietig worden van mijn gezang
vraag ik iedereen om vergeving.
Ik kan niet meer vrolijk zingen
of zitten op de citroen
zoals vroeger, toen ik met mijn snavel
de tak en de bloem afknipte.
Ik ben de Gevlekte Vogel,
als iemand vraagt waar ik ben
zullen ze zeggen dat ze me alleen zagen
zittend in een hoek
huilend van melancholie
vanwege die jager.
Degene die de vogeltjes doodt
zal een kogel van zwart ijs
en een wervelwind van pijn
in zijn hart voelen.
Oh oh, dat kleine groene geweer,
oh oh, mijn man Pintón.