Una Rosa Y Un Farol
La Chicana
Een Roos En Een Lantaarn
Ik zal in de bloemenwinkel een rode roos stelen,
Ik zal je zoals altijd onder de lantaarn wachten;
Je komt om middernacht, met een rommelige haardos, blozend,
Je geeft me een lange kus en vraagt me om vergeving.
Ik zal je zeggen dat het me niet uitmaakt, ik hou nog steeds van je,
Ik vergeef je elk moment van je verraad.
Ik wil alleen dat je verschijnt en we teruggaan naar het verleden,
Naar deze hoek van mijn leven met de roos en de lantaarn.
In het heilige blik heb ik al mijn zonden uitgespuwd,
Van je omhelzing en je adem is er niets meer over.
Ik herinner je als een slaperige, met blozende wangen,
Dat is alles wat ik heb, en een roos en een lantaarn.
Ik wachtte op je als een soldaat, als een verlaten auto;
Ik wachtte tot de nacht vervaagde.
Toen de ochtend zich aankondigde, rook ik de vierde sigaret,
Ik trapte erop met woede toen de lantaarn doofde.