Ladrillo
Juan Andrés Caruso
Baksteen
Daar in de gevangenis
Huilt Baksteen om zijn verdriet,
Een onrechtvaardige straf,
Ook al doodde hij in goede trouw.
De rechters hebben hem veroordeeld
Zonder te begrijpen dat Baksteen
Altijd goed en eenvoudig was,
Hardwerkend als een os.
Baksteen zit in de cel...
De buurt mist hem.
Zijn zoete serenades
Zijn niet meer te horen.
De kinderen hebben niet meer
Hun geliefde vriend,
Die altijd muntjes
Aan hen gaf als hij voorbijging.
Op donderdag en zondag
Zien we een oude vrouw
Die een pakketje brengt
Voor degene die gevangen zit.
Als de oude vrouw terugkomt
Vragen de kinderen:
-Baksteen, wanneer kom je vrij?
-Alleen God weet het...
De dag dat hij met een dans
Zijn belofte bezegelde,
Verstoorde een kerel
De liefde die hij had.
Terwijl hij zijn leven speelde,
In een Creoolse rouw, Baksteen,
Stak zijn mes in hem,
En brak zijn hart.