La Espera
José Luis Perales
De Wachttijd
Ze kwam vanuit heel ver naar het dal
Kocht een wit huisje langs de rivier
Aan de voet van de bergen
Bedekt met dauw en loom
Sliepen de viooltjes
Aan de oever van gele populieren
Plantte daar een wilg en een cipres
En in een frisse schaduw een hazelaar
Aan de hellingen lelies en lelies
En in de tuin sinaasappelbomen
Versierde de balkons met duizend geraniums
En bij de deur een rozenstruik met witte rozen
En trok zijn zondagse kostuum aan
En ging zitten wachten op haar
Hij dacht dat ze elk moment
Zou arriveren
Kijkend naar zijn horloge en glimlachend
De zon vervaagde langzaam op het pad
En hij sliep in terwijl hij aan haar dacht, naast het vuur
De lente en de zomer gingen voorbij
De regens van de herfst en de winter
De sneeuw op de bergen
Kruipte timide en zonder toestemming
De zon door de vensters
Groeide munt in de weg
Bleven in zijn hoek de wilg en de cipres
En in die frisse schaduw de hazelaar
Aan de hellingen lelies en lelies
En in de tuin sinaasappelbomen
Aroma's van geranium in de balkons
En bij de deur de rozenstruik met nieuwe rozen
Trok weer zijn zondagse kostuum aan
Bij elke lente
Denkend dat ze elk moment
Zou arriveren
Kijkend naar zijn horloge en glimlachend
De zon vervaagde langzaam op het pad
En hij werd oud terwijl hij aan haar dacht
Naast het vuur