Oh Que Será (O que Será)

Oh wat zal zijn, wat zal zijn
Wat zucht er in de slaapkamers
Wat fluistert in verzen en liederen
Wat verstopt zich onder de kleren,
Wat zit in de hoofden en gaat over de lippen
Wat kaarsen aansteekt in de steegjes
Het wordt luidop gezegd in de kroegen
Ze schreeuwen op de markt, het is met zekerheid
In de natuur, wat zal zijn
Wat geen zekerheid heeft, en nooit zal hebben
Wat niet te repareren is, en nooit zal hebben
Wat geen maat heeft

Oh wat zal zijn, wat zal zijn
Wat leeft in de gedachten van de geliefden
Wat de meest waanzinnige dichters zingen
Wat de dronken profeten zweren,
Wat in de pelgrimstochten van verminkten zit
Wat in de meest ongelukkige fantasieën zit
Wat de hoeren elke dag leven
Wat de bandieten denken, de kanslozen
En in alle opzichten, wat zal zijn
Wat geen fatsoen heeft, en nooit zal hebben
Wat geen censuur heeft, en nooit zal hebben
Wat geen zin heeft

Oh wat zal zijn, wat zal zijn
Wat alle waarschuwingen niet zal voorkomen
Omdat alle lachen de uitdaging aangaan
En alle klokken zullen weerklinken
Omdat alle tekens zullen worden geheiligd
Omdat alle kinderen zich zullen bevrijden
En alle buren elkaar zullen ontmoeten
En dezelfde eeuwige vader die daar nooit was
Zal, als hij die hel ziet, zegenen,
Wat geen regering heeft, en nooit zal hebben
Wat geen schaamte heeft, en nooit zal hebben
Wat geen oordeel heeft

Oh wat zal zijn, wat zal zijn
Wat leeft in de gedachten van de geliefden
Wat de meest waanzinnige dichters zingen
Wat de dronken profeten zweren,
Wat in de pelgrimstochten van verminkten zit
Wat in de meest ongelukkige fantasieën zit
Wat de hoeren elke dag leven
Wat de bandieten denken, de kanslozen
En in alle opzichten, wat zal zijn
Wat geen fatsoen heeft, en nooit zal hebben
Wat geen censuur heeft, en nooit zal hebben
Wat geen zin heeft