Llanto Y Coplas
Joan Manuel Serrat
Huilen en Liederen
Eindelijk, een longontsteking heeft Don Guido gedood
De klokken luiden de hele dag voor hem, ding, dang!
Don Guido is overleden, een man die als jongere veel feestte
Zeer charmant en een beetje een stierenvechter, als oude man een grote biddende
Men zegt dat hij een harem had, deze heer uit Sevilla
Die bedreven was in het berijden van een paard
En een meester in het inschenken van manzanilla
Toen zijn rijkdom afnam, was zijn obsessie
Denken dat hij moest nadenken over het vestigen van een gezin
En dat deed hij op een Spaanse manier
Door te trouwen met een jongedame van groot fortuin
En zijn wapens opnieuw te schilderen, praten over de tradities
Van zijn huis, schandalen en liefdesaffaires in toom houden, dempen van zijn dwaasheden
Een grote heiden werd hij broeder van een heilige broederschap
Op Witte Donderdag ging hij naar buiten, met een kaars in de hand
Die donder!? Gekleed als nazareno
Vandaag vertelt de klok ons dat ze morgen
De goede Don Guido heel serieus naar het kerkhof zullen brengen
Jouw liefde voor de alamares en de zijde en het goud
En voor het bloed van de stieren en de rook van de altaren
Oh einde van een aristocratie! De grijze en slappe baard
Over de borst, gekleed in ruwe stof, de stijve handen in kruis
Zo formeel! De Andalusische heer