Retrato
Joan Manuel Serrat
Portret
Mijn kindertijd zijn herinneringen aan een binnenplaats in Sevilla
En een heldere tuin waar de citroenboom rijpt
Mijn jeugd, twintig jaar in de landen van Castilië
Mijn verhaal, enkele gevallen die ik niet wil herinneren
Geen verleider als Mañara, geen Bradomín ben ik geweest
Jullie kennen mijn onhandige kledingstijl
Maar ik ontving de pijl die Cupido me toekende
En ik hield van alles wat zij gastvrij kunnen zijn
Er zijn druppels jacobijns bloed in mijn aderen
Maar mijn vers ontspringt uit een kalme bron
En meer dan een man die zijn leer kent
Ben ik, in de goede zin van het woord, goed
Ik veracht de romancen van de holle tenoren
En het koor van de krekels die voor de maan zingen
Ik stop om de stemmen van de echo's te onderscheiden
En hoor alleen, tussen de stemmen, één
Ik praat met de man die altijd met me meegaat
Wie alleen spreekt, hoopt op een dag met God te praten
Mijn monoloog is een gesprek met deze goede vriend
Die me het geheim van filantropie leerde
En uiteindelijk, ik ben jullie niets verschuldigd, jullie zijn mij alles wat ik schrijf verschuldigd
Ik ga aan het werk, met mijn geld betaal ik
Het kostuum dat me bedekt en het huis dat ik bewoon
Het brood dat me voedt en het bed waarin ik lig
En wanneer de dag van de laatste reis aanbreekt
En het schip vertrekt dat nooit zal terugkeren
Zullen jullie me aan boord vinden, licht bepakt
Bijna naakt, zoals de kinderen van de zee