Papá Baltasar

Slaap maar, mijn kind Pedro
het is bijna zover,
omhuld in wolken en lucht,
Papa Baltasar.
Vol met zijn witte zak
met honderd ratels,
met een trommel
en een tol van lange draad
en een goederentrein
en een kar.
Slaap maar, mijn kind Pedro
het is bijna zover,
op de rug van zijn kameel
Papa Baltasar.

Een engel is geboren in het Oosten,
met haar van de kleur van thee,
vergezeld door twee duiven
en een ezeltje uit Bethlehem.
Drie koningen zoeken zijn wieg
achter een blauwe ster.
De moeder, moeder Maria,
en het kind, kindje Jezus.
Vergeet mijn kind, kind Pedro,
vergeet hem niet.
Want mijn kind is de zwartste
en de armste, Baltasar.

Mijn Pedro schreef een brief,
Papa Baltasar.
En een engel met witte vleugels
kon hem brengen.
Mijn kind droomt al
van de ratel,
van de trommel.
En de tol van lange draad
en de goederentrein
en de kar.
Slaap maar, mijn kind Pedro
het is bijna zover,
omhuld in wolken en lucht,
Papa Baltasar.

Hij wil een nieuwe soldaat
en een zwaard en een geweer,
en om naar de hemel te gaan
een lampionnetje.
Hij wil een witte clown,
ook een spoorlijn.
En een beer met lang haar
en een kitten van zaagsel.
Vergeet mijn kind, kind Pedro,
vergeet hem niet.
Want mijn kind is de zwartste
en de armste, Baltasar.