Mamatschi
Heintje
Mamatschi
Er was eens een klein jongetje
Dat zo schattig bedelde
Mamatschi, geef me een paardje
Een paardje zou mijn paradijs zijn
Daarop kreeg de kleine man
Een paar schimmelpaarden van marsepein
Hij kijkt ernaar, hij huilt en zegt
"Zulke paarden wil ik niet"
Mamatschi, geef me een paardje
Een paardje zou mijn paradijs zijn
Mamatschi, zulke paarden wil ik niet
De tijd verstreek, de jongen wenste
Van de kerstman niets dan een paard
Toen kwam het kerstkind aangevlogen
En gaf hem wat hij begeert
Op een tafel staan trots
Vier paarden van gelakt hout
Hij kijkt ernaar, hij huilt en zegt
"Zulke paarden wil ik niet"
Mamatschi, geef me een paardje
Een paardje zou mijn paradijs zijn
Mamatschi, zulke paarden wil ik niet
En er gingen vele jaren voorbij
En van de jongen werd een man
Op een dag voor de poort
Hield een prachtig span stil
Voor een kleurrijke koets stonden
Vier paarden, rijk versierd en mooi
Die haalden zijn lieve moeder
Toen dacht hij aan zijn jeugd
Mamatschi, geef me een paardje
Een paardje zou mijn paradijs zijn
Mamatschi, treurpaarden wilde ik niet