Mamatschi Schenk' Mir Ein Pferdchen
Heintje
Mamatschi, geef me een paardje
Er was eens een klein jongetje,
het bedelde zo schattig:
"Mamatschi, geef me een paardje! -
Een paardje zou mijn paradijs zijn."
Daarop kreeg de kleine man
een stel marsepeinen paarden.
Hij kijkt ernaar. Hij huilt en zegt:
"Zulke paarden wil ik niet."
"Mamatschi, geef me een paardje!
Een paardje zou mijn paradijs zijn.
Mamatschi, zulke paarden wil ik niet."
De tijd verstreek. De jongen wenste
van de kerstman niets dan een paard.
Toen kwam het kerstkind aangevlogen
en gaf hem wat hij verlangde.
Op een tafel staan trots
vier paarden van gelakt hout.
Hij kijkt ernaar. Hij huilt en zegt:
"Zulke paarden wil ik niet."
"Mamatschi, geef me een paardje!
Een paardje zou mijn paradijs zijn.
Mamatschi, zulke paarden wil ik niet."
En er gingen vele jaren voorbij
en van de jongen werd een man.
Toen op een dag voor de poort,
stopte een prachtig span.
Voor een pronte koets stonden
vier paarden - rijk versierd en mooi.
Die haalde zijn lieve moeder voor hem.
Toen dacht hij aan zijn jeugd.
"Mamatschi, geef me een paardje!
Een paardje zou mijn paradijs zijn.
Mamatschi, treurpaarden wil ik niet."