Como Yo Soy Tan Raro
Gildardo Montoya
Hoe Ik Zo Raar Ben
Ah, hoe ik zo raar ben
Jay
Wat moet ik doen als ik zo raar ben? (Ja)
Juh, jay
Hoe ik zo raar ben, ik hou van alles andersom
Ik koop mijn kleren in de kroeg en ga naar de apotheek om te drinken (ajá)
Ik hou ervan om staand te slapen en op één voet te lopen
Ik hou van zoet dat zout is en ik hou van een duet dat een trio is
Ik slaap dromend dat ik wakker ben
Maar wakker en ik ben aan het slapen
Soms droom ik dat ik sta
En ga ik kijken en lig ik, ah
Hoe ik zo raar ben
Hoe ik zo raar ben
Hoe ik zo raar ben
Hoe ik zo raar ben
Ajá, wat doe ik zo raar, man, voor God?
Dans met je handen, meisje, hoe ik zo raar ben
Ah, wat doen we dan?
En ik trouw niet omdat ik zo raar ben, ah
Ik hou van de hond die kraait en de hen die kan blaffen
Ik hou van de stier als hij hinnikt en de paard dat brult (ajá)
Ik hou van de dag als het nacht is zodat ik 's nachts kan doorhalen
Ik bewonder de blinde die me kan zien, net als de stomme die kan praten
Ik hou van alles en niets bevalt me
Ik ben niet bang en alles schrikt me af
Ik ben een vechter, maar ik vecht niet
Ik ben heel raar, maar dat geloof ik niet, ah
Hoe ik zo raar ben (maar heel raar)
Hoe ik zo raar ben (eh, ik ben heel raar)
Hoe ik zo raar ben (wat moet ik dan doen?)
Hoe ik zo raar ben (ik trouw niet)
Hoe ik zo raar ben (en ja, ik vecht)
Hoe ik zo raar ben (maar ik weet met wie)
Hoe ik zo raar ben (dat ik heel raar ben)
Hoe ik zo raar ben (wat doen we dan, Gabriel?)
Hoe ik zo raar ben (ah, en als ik koorts heb, dan)
Hoe ik zo raar ben (wat doen we dan?)