Canteiros
Fagner
Tuinbedden
Wanneer ik aan jou denk
Sluit ik mijn ogen van gemis
Ik heb veel dingen gehad
Maar geen geluk, dat is gewis
Mijn lange vingers glijden
Over de treurige verzen die ik schrijf
Zelfs datgene waar ik me aan overgeef
Geeft me geen vreugde in mijn leven
Het kan zelfs morgen zijn
Vroeg, helder als de dag
Maar niets wat ze me zeggen
Geeft me een gevoel van blijdschap
Ik wou dat ik van het bos
De smaak van frambozen had
Om tussen de tuinbedden te rennen
En mijn verdriet te verbergen
En ik ben nog jong genoeg voor zoveel verdriet
Laten we het achter ons laten, laten we leven
Want anders komt de dood of iets dergelijks
En sleurt ons mee, jongen, zonder het leven te hebben gezien
Wanneer ik aan jou denk
Sluit ik mijn ogen van gemis
Ik heb veel dingen gehad
Maar geen geluk, dat is gewis
Mijn lange vingers glijden
Over de treurige verzen die ik schrijf
Zelfs datgene waar ik me aan overgeef
Geeft me geen vreugde in mijn leven
Het kan zelfs morgen zijn
Vroeg, helder als de dag
Maar niets wat ze me zeggen
Geeft me een gevoel van blijdschap
Ik wou dat ik van het bos
De smaak van frambozen had
Om tussen de tuinbedden te rennen
En mijn verdriet te verbergen
En ik ben nog jong genoeg voor zoveel verdriet
Laten we het achter ons laten, laten we leven
Want anders komt de dood of iets dergelijks
En sleurt ons mee, jongen, zonder het leven te hebben gezien
Ik wou dat ik van het bos
De smaak van frambozen had
Om tussen de tuinbedden te rennen
En mijn verdriet te verbergen
En ik ben nog jong genoeg voor zoveel verdriet
Laten we het achter ons laten, laten we leven
Want anders komt de dood of iets dergelijks
En sleurt ons mee, jongen, zonder het leven te hebben gezien
Wanneer ik aan jou denk
Sluit ik mijn ogen van gemis
Maar het geluk is
Mijn lange vingers glijden
Het is een stok, het is een steen, het is het einde van de weg
Het is een restje van een stomp, het is een beetje alleen
Het zijn de wateren van maart die de zomer sluiten
Het is de belofte van leven in ons hart
Ik ben nog jong genoeg voor zoveel verdriet
Laten we het achter ons laten, laten we leven
Want anders komt de dood of iets dergelijks
En sleurt ons mee, jongen, zonder het leven te hebben gezien