Saia da Carolina

De rok van Carolina
Was van iemand die haar gaf
Omdat ze een meisje is
Om dicht bij God te zijn
Zo klein als ze was
Wilden ze haar leren
Dat ze een plek heeft in de keuken
En thuis aan het naaien

Pas op, oh Carolina
Want de hagedis geeft zijn staart
Je ziet jezelf als koningin
Maar het patriarchaat brandt je
Pas op, oh Carolina
Wie dromen heeft, heeft zonden
Meisje zijn is jouw lot
Vrouw zijn is jouw erfgoed

Pas op voor Carolina
Die komt met een gebalde vuist
Pas op voor Carolina
Die komt met een gebalde vuist
De rok van Carolina brandde in het struikgewas
Het verhaal van Carolina is dat ze nu een pak draagt

Ik ben Maria Carolina, Deslandes voor jullie
Geboren uit een oude liefde van Kiko en Inês
Jij wilde lachen om al mijn dwaasheid
Omdat je met mij kinderen hebt, en nu heb ik er drie
De rok van Carolina heeft hier nooit een hanger gehad
En ik loop goed geschroeid, vraag het maar aan David
Onder mijn hoodie hou ik niet van opvallen

Annuleer mijn interviews
Ik heb sproeten verspreid als zandkorrels
Ze vragen me om een lied, ik heb een handvol
Waarschuw de hagedis dat ik hem met mijn voet verpletter
Er is geen tijd voor gesluip in krokodillenland
Er is geen tijd voor geeuwen als de dag me roept
Ik leef van geloof, er zijn er die van roem leven
De rok is van niemand
Carolina, oioai
Carolina oai, mijn lief

Pas op voor Carolina
Die komt met een gebalde vuist
Pas op voor Carolina
Die komt met een gebalde vuist
De rok van Carolina brandde in het struikgewas
Het verhaal van Carolina is dat ze nu een pak draagt

Ja Carolina, oioai
Ja Carolina, oai, mijn lief
Ja Carolina, oioai
Ja Carolina, oai, mijn lief
Ja Carolina, oioai
Ja Carolina, oai, mijn lief
Ja Carolina, oioai
Ja Carolina, oai, mijn lief