Ventarron
Carlos Gardel
Ventarron
Voor je roem, voor je stijl
Ben je de beruchte van de onderwereld,
Ben je de grootste van allemaal,
Ben je dezelfde ventarron.
Wie kan je evenaren in je rang
In de gebroken canyengues van de tango
In de verovering van harten
Als de gelegenheid zich aandient.
Tussen de onderwereld
Noemen ze je ventarron,
Ventarron, om je moed,
Om je daden, iedereen juicht je toe.
En ondanks alles
Verliet ventarron Pompeya.
En hij ging achter de ster aan
Die zijn bestemming aangaf.
Er zijn veel jaren verstreken
En zijn bravoure en zijn uitspattingen.
Die liet hij achter in de cafés
Als een straf van God,
Alleen en treurig, bijna ziek
Met zijn nederlagen die aan zijn ziel knagen.
Keerde de beruchte terug op zoek naar zijn roem
Die een ander al veroverd had.
Je bent niet meer dezelfde
Ventarron van die tijden,
Je bent een schim voor de vriend
En voor de schoft een arme ziel.
En als je een tango hoort,
Compadron en opstandig,
Herinneringen aan die tijd
De mooie glorie van de ventarron.