La Brisa
Carlos Gardel
De Bries
Het was een middag, er waaide een bries
Heel warm en zacht door de rozenperken
Dichtbij het meer, poëzie aan het lezen
Je was verborgen tussen de bomen
Ik verstoorde de stilte met mijn stappen
Er was een zucht en twee blikken
Het was een middag, er waaide een bries
Heel warm en zacht door het rozenperk
En we zagen elkaar weer
Op dezelfde plek
En gegraveerd in een rozenstruik
Staat een vrouwennaam
Als een onuitwisbare herinnering
Aan geleefde uren en aan hoop
Terwijl de middag stierf
En de zon ons zijn kus van liefde stuurde
En zo, op een treurige middag
Zie ik de bank weer
Jij zat daar
Altijd op me te wachten
Ik ben vaak teruggekomen
Met de hoop
Te zien of ik je zou tegenkomen
Maar ik vond je nooit
Wat zou het mooi zijn geweest
Onze liefdes te leven
Ze te beleven en de aanloop
Van die plek te maken
Vandaag, zodat ik kan zingen
Blijft alleen de herinnering
Aan een dode liefde
Van ons rozenperk
Daar bij de bank die
In het mysterie van de rozenperken
Verstijft mijn ziel van kou en liefde
Er is een herinnering in die rust
Daarom lijdt mijn ziel zo
Daar bij de bank
Waar we elkaar ontmoetten
Ga ik elke middag
In het rozenperk
En we zagen elkaar weer op dezelfde plek
En gegraveerd in een rozenstruik
Staat een vrouwennaam
Als een onuitwisbare herinnering
Aan geleefde uren, aan hoop
Terwijl de middag stierf
En de zon ons een kus van liefde stuurde
En zo, op een treurige middag
Zie ik de bank weer
Jij zat daar
Altijd op me te wachten
Ik ben vaak teruggekomen
Met de hoop
Te zien of ik je zou tegenkomen
Maar ik vond je nooit