La Violeta
Carlos Gardel
De Violeta
Met mijn elleboog op de vieze tafel
En mijn blik gefocust op een droom
Denkt de Italiaan Domingo Polenta
Aan het drama van zijn immigratie
En in de vuile kroeg die zingt
De nostalgie van het oude land
Klinkt zijn schorre keel vals
Al gehard door de wijn
En De Violeta gaat, gaat, gaat
Gaat naar het veld dat ze zich voorstelde
Dat van haar was, dat ze bewaarde
Hij zoekt ook zijn gedroomde geluk
Sinds die dag, zo ver weg al
Dat hij met zijn last van hoop vertrok
Als De Violeta die gaat, gaat
Een liedje van een verre plek
Dat de vieze kroeg idealiseert
En dat straalt in de ogen van de Italiaan
Met de parel van een grote traan
Hij leerde het toen hij met anderen kwam
Opgesloten in de buik van een schip
En met dit lied, kloppend op de tafel
Troost hij zijn teleurstelling