Amurado
Carlos Gardel
Amurado
Ik bel mijn geliefde en vind haar verlaten.
Ik heb alleen de herinnering aan het lijstje dat daar hangt,
oude kleren, wat bloemen en mijn gekwelde ziel...
Dat is alles wat overblijft sinds ze hier wegging.
Een middag treuriger dan de pijn die me kwelt,
ze pakte haar spulletjes en liet me in de steek.
Ik zei geen woord, geen verwijt, geen klacht...
Ik keek hoe ze wegliep en dacht:
Alles is voorbij!
Als ze me zou zien! Ik ben zo oud!
Mijn haar is wit geworden!
Is het misschien de droefheid
van mijn zwarte eenzaamheid?
Het moet wel, want ik krijg zulke klote gedachten
dat ik door de cafés loop
op zoek naar geluk.
Lieve vriend die mijn bittere tegenslagen kent,
verwonder je niet dat ik alleen praat. Mijn pijn is zo groot!
Als ik haar strelingen mis, haar troost, haar tederheid,
wat blijft er dan nog voor me over, als mijn leven in haar liefde ligt?
Hoeveel nachten dwaal ik rond, angstig, stil,
terugdenkend aan mijn verleden, met mijn vriendin de illusie!...
Ik ben dronken... Dat ontken ik niet, het is zo beschamend,
maar ik ben nog meer dronken dan mijn arme hart!