Poema de Sete Faces
Carlos Drummond de Andrade
Poëem van Zeven Gezichten
Toen ik geboren werd, een kromme engel
Die leeft in de schaduw
Zei: Ga, Carlos, ga linksaf in het leven
De huizen spioneren de mannen
Die achter vrouwen aanrennen
De middag zou misschien blauw zijn
Als er niet zoveel verlangens waren
De tram passeert vol met benen
Witte, zwarte, gele benen
Waarom zoveel benen, mijn God? Vraagt mijn hart
Maar mijn ogen
Vragen niets
De man achter de snor
Is serieus, eenvoudig en sterk
Praat bijna niet
Heeft weinig, zeldzame vrienden
De man achter de bril en de snor
Mijn God, waarom heb je me verlaten?
Als je wist dat ik geen God was
Als je wist dat ik zwak was
Wereld, wereld, uitgestrekte wereld
Als ik Raimundo heette
Zou het een rijm zijn, geen oplossing
Wereld, wereld, uitgestrekte wereld
Vastiger is mijn hart
Ik had het je niet moeten zeggen
Maar deze Maan
Maar deze cognac
Maakt ons ontroerd als de duivel