La Copla
Atahualpa Yupanqui
100%
De Liedjeszanger
Vissers van diep in de zee
Zong mijn vriend altijd mee.
Op een dag kwam zijn lied terug
Met het afscheid van de boot.
Ik zag mijn bloed door de aarde stromen
Voor een stuk hard brood.
Naast de gekromde hand
Veranderde de maan in graan.
Laat het leven me geen verdriet doen,
Ik heb al genoeg van wat ik heb.
Als de quebracho in het bos
Bloei ik op na de houw.
De indiaan werkt in de steen
Zijn mijn van stilte,
En in zijn schaduw schuilt
Mijn hart vol liederen.
Ik hoor het winden zuchten
Over doornen bergen heen.
Ik ga de weg op en roep
Om hem te dienen als gids.
Daarboven in de lucht
Gaat de gewonde maan,
Als een verloren lied
Dat geen gitaar meer heeft.
De indiaan werkt in de steen
Zijn mijn van stilte.
En in zijn schaduw schuilt
Mijn hart vol liederen.