Sur
Anibal Troilo
Zuid
San Juan en Boedo, zo oud en vertrouwd,
Pompeya en verder, de overstroming houdt aan.
Je bruidshaar in mijn herinnering,
en je naam bloeit op in het afscheid.
De hoek van de smid, modder en pampa,
jouw huis, jouw stoep en de sloot,
en een geur van kruiden en alfalfa
vult opnieuw mijn hart met zoet genot.
Zuid,
muur en dan...
Zuid,
licht van de winkel...
Je zult me nooit meer zien zoals je deed,
leunend tegen de etalage
en op je wachten.
Ik zal nooit meer stralen met de sterren
onze tocht zonder ruzies
door de nachten van Pompeya...
De straten en de maneschijn van de buitenwijken,
en mijn liefde en jouw raam,
alles is dood, dat weet ik al...
San Juan en Boedo, zo oud, verloren,
Pompeya en bij de oever van de dijk,
jouw twintig jaren trillen van genegenheid
onder de kus die ik je toen stal.
Nostalgie voor de dingen die zijn gebeurd,
zand die het leven heeft meegenomen,
verdriet om buurten die zijn veranderd
en de bitterheid van de droom die is gestorven.