O Cochicho
Amália Rodrigues
Het Gerucht
In de nacht van São João, wat een feest
Niemand wil zijn mond houden
Met het gerucht in de hand, zo is het
En een potje met basilicum
Komt marcheren, filambó, tro-lo-ló
Met fakkels en ballonnen
Tussen knuffels, bij ontmoetingen
Terwijl we dansen, slaan de harten sneller!
Kijk het gerucht dat maar blijft fluiten:
Ri pi pi pi pi pi pi!
En het raakt nooit uit de toon!
De jongens, wie wil er blazen?
Ri pi pi pi pi pi pi!
In het gerucht van het meisje?
Een droog broodje, leeru, capiru
Door de ellende, uit caprice
Toen ik alleen op straat liep, de pató
Wilde mijn gerucht grijpen
Maar toen een klap de jood raakte
Gilde hij naar zijn moeder
En zonder te stoppen, begon hij te graven
Het gerucht is heel van mij!
Ik geef het aan niemand anders!