Negua Joan da Ta
Zea Mays
De Winter is Voorbij
Als de sneeuw wegtrekt tussen mijn bergen
Is de zon achter het doek te zien
Hij is bang om te verschijnen, bang voor het podium
In dit stuk dat al lang niet meer is opgevoerd
Een klein straaltje verschijnt vandaag
Een grote vreugde omarmt me
Zeg alsjeblieft luid dat de winter voorbij is
Mijn koude ziel gelooft het niet en
Verwarm me nu, tussen de blauwe wateren
Nu zijn er geen wolken, blote gezichten
En als de huid wordt geraakt, het luidste gekrijs,
Ruw en eindeloos, de winter is voorbij.
Net als pasgeborenen heb ik nu de behoefte aan kloppen
Om met mijn oren te zien wat mijn ogen niet horen
Zeg alsjeblieft luid dat de winter voorbij is
Ik heb al mijn dekens verbrand en
Één enkel geluid op jouw borst
De winter is voorbij
De randen zijn rond geworden naast jou
Een rustgevende straal
De winter is voorbij, de winter is voorbij.