''''''

Het voelt alsof er niets is,
Het is niet zo slecht om te lopen op de rand van de dood.
Het geluid weerkaatst, het rode licht begint te blokkeren.
Iemand is voorbijgekomen, ik kan niet ontsnappen, kan niet terug.

Ik haat het.

Omdat iemand ergens een leugenaar is,
was de plek waar ik naartoe werd gebracht zo fijn, ik wilde niet weg.
Voor altijd brandde de achterstand in het rood, deze verlaten liefde,
zal het glimlachen als de volgende iemand komt?

Ik werd blij en wachtte op de terugweg naar de gebruikelijke plek.
Ik kom hier weer terug.

Omdat iemand ergens een leugenaar is,
was de plek waar ik naartoe werd gebracht zo fijn, ik wilde niet weg.
Voor altijd brandde de achterstand in het rood, deze verlaten liefde,
zal het glimlachen als de volgende iemand komt?

Hé, hoe lang ben ik hier al?
Ik wil blijven dwalen in de kamer waar vanaf het begin niets was.
Voor altijd zag ik de andere kant van de achterstand in het rood.
Was dat rode licht dat ik toen zag, misschien wel mezelf?