Uirapuru
Waldemar Henrique
Uirapuru
Een keer op mijn paard
Reed ik de Paraná af
De man die aan het peddelen was
Stopte niet met praten, ah, ah
Stopte niet met praten, ah, ah
Wat een kletskous!
Hij vertelde me over de weerwolf
Over de watermoeder, de tajá
Hij sprak over Juruthai
Die lacht naar de maan, ah, ah
Die lacht naar de maan, ah, ah
Wat een kletskous!
Die spotte met de verschijning
Die de surucucú doodde
En zwoer met een toverformule
Dat hij de uirapuru ving, ah, ah
Dat hij de uirapuru ving, ah, ah
Wat een verleidelijke man!
Klein liefje, mijn schat
Regel er eentje voor mij
Ik ben zo wanhopig om te vangen
Zo eentje, ja
De duivel is weggegaan
Wilde me niets geven
Ik ga mijn centen sparen
Om er eentje te kopen
Maar op de dag dat ik koop
Zal de man lijden
Ik ga zijn liefde verstoren
Ah, ah
Zijn liefde verstoren, ah, ah
Laat hem maar zitten!