La Marea
Vetusta Morla
De Getijden
De getijden lieten me zilveren zand,
wat ik zal leggen in de klok van de tijd die niet verstrijkt.
De getijden lieten me overstroomde eilanden,
waar ik met mijn net een piratenverhaal kan vangen.
Jouw getijden lieten mijn huid gebarsten,
de honing op mijn lippen,
de benen verzonken.
De getijden lieten mijn huid gebarsten,
de honing op mijn lippen,
de benen verzonken.
De getijden lieten me geuren van een schip,
zeewier geweven in de vorm van teleurstelling.
De getijden lieten me schelpen zonder naam,
waarmee het kind een ketting maakt van een alfabet dat de mens niet begrijpt.
Jouw getijden lieten mijn huid gebarsten,
de honing op mijn lippen,
de benen verzonken.
De getijden lieten mijn huid gebarsten,
de honing op mijn lippen,
de benen verzonken.
De getijden lieten me bevroren krabben,
ijzeren naalden en een blanco boek.
De getijden lieten me de verzen gewist.
de inkt, een vlek, een nat papier.
Jouw getijden lieten mijn huid gebarsten,
de honing op mijn lippen,
de benen verzonken.
De getijden lieten mijn huid gebarsten,
de honing op mijn lippen,
de benen verzonken.