Der Kleine Mann Von Der Straße

Ik zocht op zondag in de stad naar een mooi glas wijn
Want de televisie nodigt me nooit uit voor een borrel
Daar stond een piepklein mannetje aan de kant van de weg
Niet groter dan een duim en hij zwaaide met zijn hand
Ik schatte hem meteen als lifter in
En zette hem voorzichtig in mijn linker oor
Het volgende verkeerslicht was rood, maar mijn passagier riep:
"Ik heb haast, jij saaie, loop maar!" en ik liep
Een agent zag het en zei: "Hé, hoe komt u hier voor
Hier bij rood te gaan, u heeft vast een klein mannetje in uw oor!"
Ik denk, die is slim, dat moet ik toegeven
"Dus Detlef, kom eruit, hij heeft je gezien"

De wijkagent sprak en zijn gezicht werd asgrauw
"Met wie praat u daar? Het lijkt wel of u niet normaal bent!"
"Nee", zeg ik lachend en hij wordt weer rood
"U heeft helemaal gelijk, ik ben een idioot"
Hij roept opgelucht: "Oh, u bent een idioot!" en dat hoort
Een passant, die verontwaardigd zegt: "Nou, dat is ongehoord!
Een ambtenaar beledigt publiekelijk een onschuldige man
Die gaan we aanklagen voor laster!"
Hij stopt een politieauto, legt alles uit en toch
Gaan de agenten op mij af, ik steek meteen mijn handen omhoog
Zodat ze me niet, zoals je vaak leest
In zogenaamde "putatieve noodweer" neerschieten

Het is moeilijk te begrijpen, maar het treft altijd de
Die het minst schuldig is aan het hele gebeuren
Iedereen houdt zich zo goed mogelijk uit de problemen
Want de domme is aan het eind altijd de kleine man.

"Wat is er aan de hand?", vraagt de politie, want ze willen snel weer weg
Dan meldt zich een corpulente heer aan het woord
Die de hele tijd met zijn paraplu op mij richt
En wiens gezicht heel erg in de kontachtige speelt:
"Ik heb alles gezien en nu raakt mijn geduld op
Deze kerel", hij wijst naar mij, "is verantwoordelijk voor de menigte!"
Een huisvrouw, die graag kookt, loopt voorbij en denkt na
Of je mensenoploop misschien met spekjes kunt garneren
De verslaggever vraagt wanhopig om aandacht
Vraagt wat hij nu moet opschrijven, hij begrijpt er niets meer van
De man in mijn oor zegt: "Eh, voordat je nog lang nadenkt
Schrijf jezelf eerst op, wegens domheid in functie!"

Terwijl ik nog met opgestoken armen sta
Verschijnt nu een blaasinstrument van het Leger des Heils
Ze spelen voor mij "Jezus, mijn vertrouwen"
Maar met veel optimisme vervult dat me niet
Een buurtbewoonster roept
Haar buurvrouw toe: "Is het al carnaval?"
Waarop haar buurvrouw zegt: "Nee, nee
Het zal wel weer zo'n studentenoptocht zijn"
Een groep jongeren, een soort rockers
Schreeuwt: "Daar is een demonstratie, hé, daar doen we aan mee!"
En ze vragen meteen het Leger des Heils:
"Jongens, hebben jullie de "Internationale" niet?"

Het is moeilijk te begrijpen, maar het treft altijd de
Die het minst schuldig is aan het hele gebeuren
Iedereen houdt zich zo goed mogelijk uit de problemen
Want de domme is aan het eind altijd de kleine man

De kijkende menigte heeft inmiddels misschien
De inwonersaantal van Castrop-Rauxel bereikt
De dikke met de paraplu heeft dat natuurlijk zien aankomen
Hij schreeuwt: "Onrust!" en nu blijven er nog meer mensen staan
Hij ruikt onrust en hoogverraad
Als nu nog een gepensioneerde met pamfletten aankomt
Waarop de arme oude man bijna van opwinding sterft
Omdat hij op zijn briefjes alleen voor eierkoeken adverteert
Daarover raakt de dikke in woede
En als Detlef ook nog roept: "Haal eindelijk weg, je kont met oren!"
Troost ik hem ermee dat het soms lukt
Van een kont een gezicht te maken, als je het goed opmaakt

Hij huilt: "Neem dat alsjeblieft terug, je zwijn!"
En slaat zonder genade met zijn paraplu op mij in
Daarbij verlies ik helaas mijn kleine man
Die ik ook in de opwinding niet meer kan vinden
Eindelijk grijpt de politie in. Om orde te scheppen
Nemen ze de rockers en het Leger des Heils in voorlopige hechtenis
Deze maatregel blijkt uiterst verstandig
De samenscholing is nu in een mum van tijd verdwenen
Ook de dikke maakt zich snel uit de voeten
Alleen voor Detlef heeft weggaan niet veel zin meer
Zijn laatste woorden zijn: "Man, ik ben kapot!"
Hij bedoelt dat letterlijk, omdat de menigte hem vertrapt heeft

Het is moeilijk te begrijpen, maar het treft altijd de
Die het minst schuldig is aan het hele gebeuren
De kleine man, die zich nooit in de dingen mengt
Die heeft het natuurlijk weer het ergst getroffen

(Au!)