Imhotep
Sopor Aeternus
Imhotep
...Arm, du donkere kind van de wolken,
hul je weer in een storm,
in een schimmig, zwart gewaad
verban je jezelf in eeuwige nacht.
De ondoordringbare tweede huid,
bouwt de grens naar de wereld...-
als een eierschaal, hard als steen,
laat geen licht of warmte binnen.
IJskoude muren, valse woning,
geen leven ontsnapt uit jou,
geen ongeborene rijpt op,
alleen een woedende, oude man
zeurt eeuwig van binnen...-
zelfs voor de dood is hij bang.
Arm, duister wolkenkind,
de slechtste koers neemt je geest altijd.
Je pad van angst is bedrieglijk,
biedt niets dan pijn en leed voor jou;
scenario's die je angst bedenkt,
die nooit waren, niet echt zijn.
Zo vreselijk raast de storm in jou,
dit boze, oude monster
lokt uit de duisternis naar voren
de afschuwelijke, sissende schaduwkoor,
die, als een koude, zieke zucht,
zich rotte ophoopt in jouw buik,
en dan als een walgelijke lijkwind
tovert goedheid en schoonheid van jou weg...
Oh, arm, duister wolkenkind.