Supón
Silvio Rodriguez
Stel je voor
Stel je voor dat ik je tegenkom
In je unieke sjaal, zo apart.
En na dat beslissende moment,
Stel je voor dat ik je niet meer aansta.
Stel je voor dat ik je glans achterna jaag,
Dat ik een spoor verpletter en mijn preek heb,
Dat ik een rijpe vrucht pluk, dat ik vergeet
Van mijn goede hoed.
En ik merk niet de hitte
Van het uur waarop de zon opkomt:
Stel je voor dat ik eindelijk om water vraag
En stel je voor dat je al mijn lied bent.
Stel je voor dat ik me als vriend voorstel,
Dat ik je vraag naar je naam en beroep,
Dat ik naar de grond kijk en zeg dat het heeft geregend
Of een andere opmerking zonder reden.
Stel je voor dat je me begrijpend aankijkt
Maar niets te zeggen hebt.
Stel je voor dat ik dan over het leven praat
Alsof ik wil doen alsof
Ik veel te vertellen heb,
Dat ik een origineel type ben.
Stel je voor dat je vrolijk lacht
En stel je voor dat je al mijn lied bent.
Stel je voor dat er een middag is voor de bioscoop
En dat ik een uur later aankom,
Omdat de vreemde route die ik nam
Niet hierheen leidde, maar de andere kant op.
Stel je voor dat het scherm je verlicht,
Dat het je profiel breekt en vasthoudt.
Stel je voor dat je hand een opgevangen vogel is,
En een jager, zonder meer dan een vinger,
Zal openen
De ja of nee van de toekomst.
Stel je voor dat je niet verrast bent
En stel je voor dat je al mijn lied bent.
Stel je voor dat het geluk onze vriend is
En dat het van drie tot vijf kan zijn.
Je vader vertrekt, ik rook op de hoek:
De deur, het wachtwoord en jij, vrouw.
Stel je voor dat ik binnenkom en we omhelzen.
Stel je voor dat alles op het punt staat om te eindigen:
Het is de eerste keer dat we van elkaar houden.
Maar stel je voor dat ik maar blijf praten,
Stel je voor dat de tijd komt en gaat,
Stel je voor dat ik origineel blijf.
Stel je voor dat we ons niet uitkleden
En stel je voor dat je al mijn lied bent.