Marcas da Dor
Shirley Carvalhaes
Merken van Pijn
Het kruis op de grond
Naast je, een beul met de hamer in de hand
Kijkend naar de spijkers en de menigte
Voelde een grote leegte in zijn hart
Ze pakten de meester, legden hem op het kruis
Openden zijn armen, zagen zijn licht niet
Verzamelden zijn voeten, noemden de beul
Hij kwam dichterbij, en naast de meester, hurkte hij
En de hamer steeg op, op, op
Over de spijkers neer, neer, neer
En sloeg, sloeg, sloeg, sloeg, sloeg
Ze hieven het kruis op
Daar hing de wereldse licht
Geen zucht ontsnapte
Iedereen zag op zijn gezicht de merk van pijn
Zijn bloed spoot, kloppend op de grond
Zag in alle mensen de ondankbaarheid
Maar hij werd niet boos
Vroeg de vader om vergeving, en de vader vergaf
Ontving zijn geest en huilde
Zijn hoofd viel, viel, viel
Op zijn borst viel, viel, viel
En stierf, stierf, stierf, stierf, stierf
Alles in stilte
Zelfs de vogels zongen niet, geen geluid was te horen
Maria keek naar het lege graf
En niemand herinnerde zich dat het de derde dag was
De deksel van het graf was gevallen
Mijn meester was al weer tot leven gekomen
Waar is mijn meester, schreeuwde Maria, wie heeft hem verstopt?
En een bekende stem klonk
Wie zoek je, Maria? Hier ben ik, hier ben ik
Aan jouw zijde ben ik, ben ik, ben ik
Ik ben levend, ik ben levend, ik ben levend, ik ben levend, levend ben ik
Ik ben levend, ik ben levend, ik ben levend, ik ben levend, levend ben ik, levend ben ik