La Zarza Ardia
Rebecca Berrios
De Brandende Braam
Op de berg Horeb openbaarde God zich in een vlam van vuur en glans
Mozes zei: Ik zal dichterbij komen en die grote visie zien
Jahweh antwoordde: Trek je sandalen van je voeten
Want de grond die je betreedt is heilig, heilig, heilig is het
De braamstruik brandde en verbrandde niet
Nee, de braamstruik brandde en verbrandde niet
De braamstruik brandde, nee, en verbrandde niet, maar bleef branden
Op de berg Horeb openbaarde God zich in een vlam van vuur en glans
Mozes zei: Ik zal dichterbij komen en die grote visie zien
Jahweh antwoordde: Trek je sandalen van je voeten
Want de grond die je betreedt is heilig, heilig, heilig is het
Heilig is het, heilig is het, heilig is het, heilig is het, heilig is het, heilig is het
De grond die je betreedt, is heilig, heilig, heilig is het
De braamstruik brandde en verbrandde niet
De braamstruik brandde en verbrandde niet
De braamstruik brandde, nee, en verbrandde niet, en verbrandde niet
En verbrandde niet, en verbrandde niet
En als het brandt, wie zal het doven?
En als het brandt, wie zal het doven?
En als het brandt, wie zal het doven?
Wie zal het doven? Wie zal het doven?
Wie zal het doven? Wie? Wie zal het doven?
Wie zal het doven? Wie zal het doven?
Wie zal het doven? De tovenaar kan het niet
De genezer kan het niet, de hel kan dit vuur niet doven
Dit vuur is van Jahweh, dit vuur is van Jahweh
Dit vuur is van Jahweh, het is geen vreemd vuur
Het is geen vreemd vuur, het is van Jahweh, het is van Jahweh
Wie zal het doven? Wie zal het doven?
Als dit vuur van Jahweh is, is het van Jahweh
De braamstruik brandde en verbrandde niet
Nee, de braamstruik brandde en verbrandde niet
De braamstruik brandde, nee, en verbrandde niet, maar bleef branden