Las Cartas sobre la Mesa
Raúl Ornelas
De Kaarten op Tafel
Ze legde de kaarten op tafel,
Sinds ik haar leerde kennen,
Ze zei: ik geloof niet in eeuwige liefde,
Je moet niet op mij vertrouwen.
Mijn bange trots werd dapper,
En wilde zo maar binnenkomen,
En toen ik zo verliefd naast haar stond,
Besloot ze beter te vertrekken.
Want ze wist,
Perfect dat ik van haar hield,
Daarom verliet ze mijn leven,
Daarom wilde ze niet blijven.
Want ze wist,
Perfect dat ze zou verliezen,
Als ze nog een dag bleef,
Zou ze nooit meer weggaan.
Ik legde mijn dromen op tafel,
Die grijze ochtend,
Ik sprak over de toekomst, over een zekere tijd,
Maar ik zag haar niet gelukkig.
Haar dappere trots werd banger,
En ze wilde zo niet binnenkomen,
En toen ze zich bang en zo verliefd voelde,
Besloot ze beter te vertrekken.
Want ze wist,
Perfect dat ik van haar hield,
Daarom verliet ze mijn leven,
Daarom wilde ze niet blijven.
Want ze wist,
Perfect dat ze zou verliezen,
Als ze nog een dag bleef,
Zou ze nooit meer weggaan.
Want zij wist,
Perfect dat ik van haar hield,
Daarom verliet ze mijn leven,
Daarom wilde ze niet blijven.
Want zij wist,
Perfect dat ze zou verliezen,
Als ze nog een dag bleef,
Zou ze nooit meer weggaan.