Cuanto te Quiero!
Pimpinela
Hoeveel ik van je hou!
Coro: oh, hoeveel ik van je hou, ik mis je mijn lief,
Wacht niet te lang. . .
Joaquín: eindelijk rustig in mijn huis, een week zonder vrouw,
God heeft mijn gebeden gehoord en mijn schoonmoeder ligt in bed. . .
Lucía: door hem ga ik nooit uit en als ik ga, ben ik verzorgster,
De laatste keer dat ik naar de bioscoop ging, keek ik naar 'de violetera'. . .
Hij verveelt me, niemand houdt hem in bedwang. . .
Coro: oh, hoeveel ik van je hou, ik mis je mijn lief,
Wacht niet te lang. . .
Joaquín: hij praat duizend uur aan de telefoon en altijd hetzelfde gesprek,
Of Manuela dikker is of dat Cristina dunner is. . .
Lucía: om het huis schoon te houden werk ik de hele dag,
En als hij thuis komt, maakt hij het binnen een minuut tot een vuilnisbelt,
Ik vraag hem me te helpen, maar hij steekt geen vinger uit. . .
Coro: oh, hoeveel ik van je hou, ik mis je mijn lief,
Wacht niet te lang. . .
Oh, hoeveel ik van je hou, ik mis je mijn lief,
Wacht niet te lang. . .
Lucía: om één cent van hem te krijgen moet ik hem hypnootiseren,
Op mijn knieën vallen, smeken of het gewoon stelen. . .
Joaquín: met die dieetkwestie is thuis eten een straf,
Zij is niet één gram afgevallen en ik ben al vier kilo kwijt,
Het feest begint al, ik ga met mijn vrienden. . .
Coro: oh, hoeveel ik van je hou, ik mis je mijn lief,
Wacht niet te lang. . .
Dialoog
Joaquín: hallo. . . ?
Lucía: ik ben het. . . ik bel om te zeggen dat ik eraan kom. . .
Joaquín: maar hoezo? je ging gisteren weg. . .
Lucía: wat doet dat ertoe? of had je iets gepland?
Joaquín: ik? nee. . . wat zou ik plannen?. . . maar en je moeder?
Lucía: ze komt met me mee. . .
Joaquín: nee !
Lucía: nee, wat?
Joaquín: is dat niet gevaarlijk? stel je voor dat ze terugvalt. . .
Lucía: maak je geen zorgen om haar. . .
Joaquín: nee, ik maak me geen zorgen om haar, maar waarom moet ze hier komen
Zich installeren?
Lucía: omdat ze ziek is, en het is maar voor drie of vier dagen. . .
Joaquín: ja, ja. . . drie of vier dagen. . . vorig jaar bleef ze een maand vanwege een verkoudheid!
Lucía: dat was geen maand, dat waren twee weken. . . !
Joaquín: nou, reken maar na. . . als ze gastritis krijgt, blijft de oude vrouw gewoon
Daar wonen !
Lucía: nou, genoeg nu! is het huis opgeruimd?
Joaquín: eigenlijk had ik niet verwacht dat je vandaag zou komen. . .
Lucía: heeft iemand me gebeld?
Joaquín: nee ! tussen de 200 of 300 mensen niets meer. . .
Lucía: ben je iets te eten gaan kopen?
Joaquín: het is zondag, alles is dicht. . .
Lucía: ah, natuurlijk! en wat geef ik nu aan mama?
Joaquín: ik verzin wel iets. . .
Lucía: begin niet weer, hè!
Joaquín: ik heb niets gezegd. . .
Lucía: ah nee? uiteindelijk gaan we ons nog ruzie maken!
Joaquín: dat is niet mijn schuld. . .
Lucía: oh nee? en wiens schuld is het dan?
Joaquín: wat weet ik van wie's schuld het is!
Lucía: ah ja! je denkt natuurlijk aan mijn moeder!
Joaquín: god verhoede!
Lucía: ah! wat bedoel je daarmee?
Joaquín: niets, ik wil niets zeggen. . .
Lucía: ja, ja. . . ik ken je dubbelzinnige zinnen al. . .
Joaquín: mijn dubbelzinnige zinnen? en die van jou?
Lucía: die van mij wat. . . ? ik wil niet meer praten. . .
Joaquín: laten we dan niet meer praten. . . als ik je niet belde. . .
Coro: oh, hoeveel ik van je hou, ik mis je mijn lief,
Wacht niet te lang. . .