Entre Remolinos
Perrozompopo
Tussen Wervelingen
Liet vallen in mijn zand, aan zijn voeten
Liet weten op mijn lippen zijn dorst
Samen proefden we de nacht
Het zachte gefluister, de magneet en de bloem
We waren bijna een muur, bijna wind, bijna zout
We waren bijna niets en alles in één keer
Alles in één keer
De vingers gingen tasten tussen huid en huid
Het was de herkenning van zweet, van zijn naam
En we waren bijna een muur, bijna wind, bijna zout
We waren bijna niets en alles in één keer, in één keer
In één keer
En we bleven daar, als bordurend op de pijn
Als het gezicht uit de zee halen om te huilen
En we bleven daar, met de zekerheid te zijn
Verwikkeld tussen wervelingen en zijn liefde, en zijn liefde, en zijn liefde, en zijn liefde
De vingers gingen tasten, tussen huid en huid was de herkenning van zweet van zijn naam en we waren bijna een muur, bijna wind, bijna zout
We waren bijna niets en alles in één keer, in één keer, in één keer
En we bleven daar, als bordurend op de pijn
Als het gezicht uit de zee halen om te huilen
En we bleven daar, met de zekerheid te zijn
Verwikkeld tussen wervelingen en zijn liefde, en zijn liefde
En we bleven daar, als bordurend op de pijn
Als het gezicht uit de zee halen om te huilen
En we bleven daar, met de zekerheid te zijn
Verwikkeld tussen wervelingen en zijn liefde, en zijn liefde