Arranca Arranca
Violeta Parra
Trek Trek
Wie zal mijn ziel roeien met een chilote,
En een damajuana (verdomme) in de boot.
Wie zal dansen, meisje, de pericona,
Om van een chilote (verdomme) zijn cadeau te zijn.
Trek, trek, (bis)
trek (duifje) door de helling.
Wie zal zeggen, jouw gitaar,
En de diepte van je ziel, wat een wonder.
Door jou heb ik, de ogen treurig,
En het hart vol (mijn leven) met littekens.
Trek, trek, (bis)
trek (duifje) door de helling.
Wie zou je kunnen geven, een klap,
Voor jouw onverschilligheid (verdomme) twee tikken.
Wie zou mijn ziel weten, humitas maken,
Om van een chilote (mijn leven) zijn dame te zijn.
Trek, trek, (bis)
trek (duifje) door de helling.
Als ik slaap, droom ik van mijn eigenaar,
Het leven (mijn zwarte) zal in één droom voorbijgaan.
Dat ik geen geluk heb, dat weet men goed,
Het lot (verdomme) is verborgen met zeven sleutels.
Trek, trek, (bis)
trek (duifje) door de helling.
Ik begon te zingen, uit ondeugd,
Eindigde met huilen (mijn leven) van bitterheid.
Trek, trek, (bis)
trek (duifje) door de helling.