Oración de La Familia

Dat geen enkele familie zomaar begint,
Dat geen enkele familie eindigt door gebrek aan liefde.
Dat het paar van elkaar is, zowel in lichaam als geest,
En dat niets ter wereld een dromend thuis scheidt.

Dat geen enkele familie onder een brug moet wonen,
En dat niemand zich bemoeit met het leven, met de rust van twee.
En dat niemand hen laat leven zonder enige horizon,
En dat ze kunnen leven zonder bang te zijn voor wat komt.

Dat het gezin begint met te weten waarom en waarheen,
En dat de man de schoonheid van het vaderschap vastlegt.
Dat de vrouw de hemel, tederheid, affectie en warmte is,
En dat de kinderen de kracht van liefde leren kennen.

Zegen, oh Heer, de gezinnen, Amen,
Zegen, oh Heer, ook het mijne.

Dat man en vrouw de kracht hebben om onvoorwaardelijk te houden,
En dat niemand gaat slapen zonder vergeving te zoeken.
Dat de kinderen in de wieg de gave van het leven leren,
Het gezin viert de wonderen van een kus en brood.

Dat man en vrouw op hun knieën naar hun kinderen kijken,
Dat ze door hen de kracht vinden om door te gaan.
En dat in hun sterrenhemel de ster die het felst straalt,
De hoop op vrede en de zekerheid van liefde mag zijn.