Tomás

Tomás uuuuuuuuuh,
Tomás mmmmmmmmm,
Tomás, wat ben je lelijk.
Er is een jongen in deze stad
die echt vreemd is,
hij is lang, mager, met een groot hoofd en zonder geld.
Bovendien ziet arme Tomás nooit waar je bent
en van zijn tanden denk ik dat hij er drie heeft,
ja, hij is kreupel.
Hij heeft heel grote voeten,
draagt een bril want hij ziet niet,
het stottert als hij praat
en toch, toch hou ik meer van hem.
Tomás uuuuuuuuu...
Als ze me met hem zien dansen,
zeggen de anderen dat ik gek ben,
hoe kan je van Tomás houden als hij zo lelijk is?
Het maakt me niet uit, want Tomás geeft me meer liefde,
zijn hart is van mij
en ik hou van hem,
ik hou meer, veel meer van hem.
Tomás uuuuuuuuu...