Noches Tenebrosas
Miguel Aceves Mejía
Donkere Nachten
In een donkere en koude nacht,
wanneer de uren in stilte voorbijgingen.
Het was half twaalf op een klok misschien,
het gefladder van een cenzontle die rondzwierf.
Aan een vrouw had ik mijn liefde beloofd,
ik zwoer haar te willen zolang ze trouw bleef.
Ik wist niet dat ze in haar borst had verstopt
de angel van een slang om me te verwonden.
Ga vrouw, met God die je vergeeft,
je wilde niet leven van mijn armoede.
Misschien belooft een andere man je rijkdom,
ik bied je niets meer dan een arm hart.
Ga vrouw, met God die je vergeeft,
je hebt de ketens van mijn borst gebroken.
En in mijn hand heb ik een geschreven brief,
waarin staat: ga jongeman en vrees niet.
Ga vrouw, met God die je zegent,
je wilde geen trouwe vriend meer zijn.
En op deze steen schrijf ik met mijn eigen hand,
je bent vergeven, ik hef je straf op.
Het was een donkere en koude nacht
wanneer de uren in stilte voorbijgingen.
Het was half elf op een klok misschien,
het gefladder van een cenzontle die rondzwierf.