Jó

Jó, hoe kun je nog aanbidden
Als je geen reden hebt om te zingen?
Verlaat die God en sterf

Maar ik aanbid Hem niet om wat Hij doet
Ook niet om materiële zaken
Ik aanbid Hem om wie Hij is
Ik ben van Hem, alles is van Hem

Jó, je hebt geen redenen
Je hebt je bezittingen, je kinderen, je vrienden verloren
Wat ga je doen?

Ik ga aanbidden, gewoon aanbidden
Ik ga aanbidden

God gaf, God nam
Gezegend zij de naam van de Heer!
Aan Hem de glorie, aan Hem de eer en de lof

Jó, hoe kun je nog aanbidden
Als je geen reden hebt om te zingen?
Verlaat die God en sterf

Maar ik aanbid Hem niet om wat Hij doet
Ook niet om materiële zaken
Ik aanbid Hem om wie Hij is
Ik ben van Hem, alles is van Hem

Jó, je hebt geen redenen
Je hebt je bezittingen, je kinderen, je vrienden verloren
Wat ga je doen?

Ik ga aanbidden, gewoon aanbidden
Ik ga aanbidden

God gaf, God nam
Gezegend zij de naam van de Heer!
Aan Hem de glorie, aan Hem de eer en de lof

Aan Hem de glorie
Aan Hem de glorie
Aan Hem de glorie
Aan Hem de glorie

Aan Hem de glorie (oh, aan Hem de glorie)
Aan Hem de glorie (Hij verdient alle glorie)
Aan Hem de glorie
Voor altijd, Amen
Amen!

God gaf, God nam
Gezegend zij de naam van de Heer!
Aan Hem de glorie, aan Hem de eer en de lof
God gaf, God nam
Gezegend zij de naam van de Heer!
Aan Hem de glorie, aan Hem de eer en de lof

Aan Hem zij de lof gegeven

We geven U alle lof, Heer!