Diario de María
Martín Valverde
Dagboek van Maria
Ik kijk in je ogen, en tussen al dat huilen
Lijkt het wel een leugen dat ze je hebben doorstoken
Dat jij de kleine bent die ik heb gewiegd
En die zo snel in mijn armen in slaap viel
Degene die lachte als hij naar de lucht keek
En wanneer hij bad, werd hij weer serieus
Op dit hout zie ik die kleine
Die tussen de geleerden sprak in de tempel
Die, toen ik vroeg, rustig antwoordde
Dat hij zich om de zaken van God bekommerde
Diezelfde jongen, die aan het kruis hangt
De Koning der mensen, zijn naam is Jezus
Diezelfde man was geen kind meer
Toen ik op die bruiloft om meer wijn vroeg
Die duizenden mensen te eten gaf
En de armen en zieken recht in de ogen keek
Hij lachte met degenen van wie hij het meest hield
En huilde in stilte, toen zijn vriend stierf
De avond valt, de luchten worden grijs
Snel keer je terug naar je Eeuwige Vader
Slaap maar, kleine, slaap maar mijn kind
Want ik heb je al mijn liefde gegeven
Zoals in Nazareth, die ochtend
Zie hier je dienares, zie hier je slavin!