Jindama
Marea
Jindama
Vijf hoekjes heeft altijd mijn bed
Vier straatschoffies, uit de buurt houden het in de gaten
En bewaken het met hun gebral
En als ik ga gapen
Komen de beestjes en de hoekjes vragen om meer
Tussen de schreeuwen van 'Laat Barrabás vrij!'
Terwijl Morfeo sterft en de verlangens opstaan
Praat met me, moeder, waarom heb ik jindama
Als de bandieten voor de kleintjes zorgen
En ervoor zorgen dat er maná uit hun haren valt?
Want in jouw schoot wil ik vinden
Een kerker die naar vrijheid smaakt
Om, met haar, de jaloezie van de gevangenis te zijn
Met de mooiste tralies
Met de mooiste
Ik ben tot bloei gekomen met zoveel lawaai
Dat de donder mijn huid bewoont
De wetenschap, kwam uit Plasencia en Carabanchel
Zoon van de honger, koortsig
Zal nooit stoppen met verliezen
Als je je met mij wilt verliezen
Slaap maar, kind, het zijn slijpers
Die je toefluisteren en de dageraad aankondigen
Van de paden van dolken en messen
Waar je zult struikelen
Omdat je Satan wilde aaien
Verblind door zijn adem
En het lekkers dat je de kwalen verlicht
Alle kwalen
Ik ben tot bloei gekomen met zoveel lawaai
Dat de donder mijn huid bewoont
De wetenschap, kwam uit Plasencia en Carabanchel
Zoon van de honger, koortsig
Zal nooit stoppen met verliezen
Als je je met mij wilt verliezen