Pan Duro (part. Fito Cabrales)
Marea
Harde Brood (ft. Fito Cabrales)
Rimpels die zijn als voren met jonge scheuten
Licht als de lasten van het dragen van dromen
Die door molenstenen worden verteerd en waarvan je alle botten ziet
Die weten dat hun jaren meer dan vier winters tellen
Stilte op het dak, door de volle borden
Stilte doordrenkt met zweet van de dagloners
De zon hebben ze gemaakt van hun gescheurde kleren
Die weten wat een kus waard is
Die niet de namen willen dragen van hun gevangenisbewakers
Wat weten de darmen van gebalde vuisten?
Ze weten dat ze worden besproeid door de bittere slokken
Ze weten alles en meer over rechtop blijven staan
Over de eenzaamheid
Ze weten waarom het brood altijd hard is
Munten zo vuil, zo vervaagd
Haatdragend geklingel in verkrampte handen
En het zijn de poten van hun muilezels
Als de zweep honger heet
De eigenaars van wegen die van niemand zijn
Sloten naar believen van de geringe diepte
Open om de hoefijzers door te laten
Die sporen achterlaten die hen leiden om zich te wreken
Om niet meer hun kleren te hoeven scheuren
Wat weten de darmen van gebalde vuisten?
Ze weten dat ze worden besproeid door de bittere slokken
Ze weten alles en meer over rechtop blijven staan
Over de eenzaamheid
Ze weten waarom het brood altijd hard is
Altijd hard