Como Los Trileros
Marea
Zoals de Oplichters
Onder mijn tafel zweten de tafelkleden
Als ze de gordijnen dichtdoen, breek ik de rails
En een martinete klimt de trappen op
Fijner dan koraal, zodat jij van me houdt
En ondertussen, verdwijnt de dag in het water
De blaas klinkt met een verloren blik
En ik zet de pan om de troep te verminderen
Als ik omhoog ga, hou jij me vast
En weer ga ik de grond te lijf
Met speeksel op mijn vingers, zoals de oplichters
En je neemt me mee om schroot te verzamelen
Van datgene dat ligt te wachten in jouw dromen
Met één oog op mijn rug, zoals de oplichters
Als de hemel me kort houdt, blaffen de schoffies
Ik ga tekeer, ik word woedend, breek de netten
En bedek het strand met cement en zand
Als mijn geluk nooit zo goed was
En het zweet slijpt de tang
Voor de hitte, die niemand kan loslaten
En ik verzamel kruimels zonder dat het leven me doodt
Als ik omhoog ga, hou jij me vast
En weer ga ik de grond te lijf
Met speeksel op mijn vingers, zoals de oplichters
En je neemt me mee om schroot te verzamelen
Van datgene dat ligt te wachten in jouw dromen
Met één oog op mijn rug, zoals de oplichters
En verberg de spot, de manro en de schurken
Als de witte mensen komen, de pikken, de wetten
Lepels die ons bewaren in de schuilplaats
Respecteer je vrienden en dans nooit voor hen
Geef het water niet aan anderen
En drink de zeeën voor niemand
Want het bloed wil je drinken
Voor ons sterft er geen onbenul
Dat ze ons niet te pakken krijgen terwijl ze hun peren plukken
En hun kutmoeder moet de kaarsen vasthouden
Laat ze sterven, de dragers die willen pakken
Onze houten voeten
Die de kolen omarmen zonder dat iemand kijkt
Dat de dag gewond is en de nacht mank en juichend
Dat het ze pijn doet ons te zien verzamelen
De vreugde in handvol van tien
En daarmee de pan vullen
Want het geluid van darmen is een rammelaar
En naakt, valt het in slaap als een kind
De ware liefde
Die geen rozenblaadjes hoeft te plukken
Geen grote biljetten, geen lauweren hoeft te tonen
Laat ze vliegen!, laat ons met rust om te verzamelen
De vreugde in handvol van tien
Want we willen niet zoveel zijn
We willen leven in ons land
Gescheurd van kristalheldere bronnen
Een beetje verder dan de grenzen lopen
Voor de sublieme heimwee naar de terugkeer
Want we willen niet zoveel zijn
We willen een beetje zon en een beetje nacht zijn
We willen wind en rust zijn
Storm, regen en geur van natte aarde (Manolillo Chinato)