Marea
Marea
Getij
Hoe vaak heb ik me afgevraagd
Wat er zich achter haar gezicht afspeelt?
Als jij het wist, als ik het je vertelde, als ik het je zou zeggen
Ze is vastgebonden en is losgekomen en wappert op de stoep
De vlucht van haar rok, is haar vlag
Daar bewaart ze
Haar naam, ze heet getij
En ze was zo alleen dat ik daarheen ging
Wil je met me praten?
Natuurlijk wil ik dat!
Haar eenzaamheid is een oude, magere vrouw
Omringd door klootzakken die lachen om
Haar, want iedereen zou willen zijn als getij
En ze zeggen dat ze in de zomer vloog
En haar hart onder het bed liet liggen
Dat ze zei dat ze niet terug zou komen
Dat ze niet op haar moest wachten
Wie had dat kunnen zeggen
Dat ze uiteindelijk haar buik zou verbinden
Met de mijne, met een dichter van de riolen
Klootzak dichter, met lege handen
Wat heeft iemand nodig als
Hij gaat vallen
Die de grenzen wist te vervagen met alleen zijn voeten
Geef me een harde klap in mijn kruis
Laat me niet in slaap vallen
Want vanavond ga ik
De wereld met jou de tanden laten zien