Corazon De Mimbre
Marea
Hart van Riet
Stil zitten, kom niet dichterbij, het zijn al te veel lentes
Voor jouw onstuimige ochtend, beter dat je me vergeet
Ik blijf hier om mijn verdriet aan de zon te tonen
Aan de lijn van de wanhoop
Dan begin ik te naaien, ik hou van je op een papier
En veeg de liefde weg met de haren van een penseel
En zodra ik klaar ben met het hechten van de wonden van
De slecht geslapen nachten, kwam ik aan
En vulde het matras met bloemen, voor ons beiden
Zonder doornen, in kleuren, die zich verspreiden
Wanneer ik huil en wanneer we ze niet besproeien
Met onze zweet
En ze bekende me, wanneer je wilt kunnen we beginnen dat
In de lijnen van de hand las ze het
Dat degene die door de zon verbrand werd, voorbij is
Maar ze schrok, hoe je borst bonst!
Rustig, het is maar mijn gehavende hart
Dat zich opwindt als het jouw stem hoort, die klootzak
Wat de hel is er aan de hand? Waarom vliegt het niet meer?
Misschien heeft de dauw van de maan zijn veren nat gemaakt?
Het werd gek van het geluid, van de druppels van de dauw
Wanneer het begint te lichten, en het is nog niet geslapen
En ik werd verliefd. Hoewel het een gevleugeld fee was en
Ik nog steeds niets was, deed er niet toe
We waren deel van hetzelfde matras
Totdat ze zwoer, we zullen meer van elkaar houden dan wie dan ook
Zodat er niet eens lucht tussen jou en mij kan komen
Ik voelde dat de warmte me ontbrak en ik zeg
Wat de hel is er aan de hand? Waarom vliegt het niet meer?
Misschien heeft de dauw van de maan zijn veren nat gemaakt?
Het werd gek van het geluid, van de druppels van de dauw
Wanneer het begint te lichten, en het is nog niet geslapen
Ze maakte een deal met het matras, met zijn schuim bekleedde ze het hart
Dat gisteravond van steen was en bij zonsopgang van riet was
Dat buigt voordat het breekt
Dat buigt voordat het breekt, voordat het breekt
Voordat het breekt
De ochtend kwam, ik zag haar lachend weggaan, met wat ze aanhad
Door de deur van het balkon, het haar in de wind
Ze zei me vaarwel, omdat ze besloot, dat ze al
Tot hier vol zat met dichters van de broek en gedraai
Van container troubadours
Wat de hel is er aan de hand? Waarom vliegt het niet meer?
Misschien heeft de dauw van de maan zijn veren nat gemaakt?
Het werd gek van het geluid, van de druppels van de dauw
Wanneer het begint te lichten en het is nog niet geslapen
En ze maakte een deal met het matras, met zijn schuim bekleedde ze het hart
Dat de nacht van steen was, en bij zonsopgang van riet was
Dat buigt voordat het breekt
Dat buigt voordat het breekt
Voordat het breekt, voordat het breekt