MI CAÍ, lo que te cuente es poco
Manuel Carrasco
IK VAL, wat ik je vertel is weinig
En ga hier zitten, naast mij
Want dit vertelt zichzelf
Ook al is alles in Cádiz 'verzin' het maar
En wat ik je vertel is weinig
Want Cádiz wordt door 'iedereen' geliefd
Maar zij wil niet flirten
Hoeveel ze ook worden courted
En zo gaat het al drieduizend jaar
Tussen de oosten en het westen
Camarón, Paco de Lucía
El Beni, Chano Lobato
Quiñones, Rafael Alberti
De vreugde, de drie vierden
De paquera, Lola Flores
María de Yerbabuena
Met La Perla, La Jurado
Kijk naar de massa met de Peña
Hun erfgoed, de mensen
De wetenschap, de ingewijden
Er is geen plek met meer kunst
Voor elke vierkante meter
Die ik vandaag wil bezatten
Terugdenkend aan een pasodoble
Van een hippie die onsterfelijk is
En eindigen in de vroege ochtend
In de Caleta zingend
Een refrein zingend
Met mijn knokkels op een glas
Want Cádiz heeft geen koningen
Alleen carnavalpoëten
En om de wereld te laten weten
Heb ik deze maat gekozen
Ik zeg je Andalusië
Leef altijd Andalusië
En na Cádiz, (Cai)
Geen sprake van